De graadmeters in het Verre Oosten stonden vrijdag flink in de plus. Een onverwachte rentestap van de Japanse centrale bank stuwde het sentiment op de beursvloeren. De Bank of Japan besloot totaal onverwacht om een negatieve rente van 0,1 procent in te voeren op haar depositorekeningen.

Daardoor moeten financiële partijen nu betalen om geld bij de centrale bank te stallen. De hoop is dat zij daardoor makkelijker kredieten verstrekken aan bedrijven en consumenten. Dat zou de vraag en daarmee de prijsontwikkeling moeten stimuleren.

De rentestap naar 0,1 procent negatief verraste de financiële markten en specialisten. Er werd namelijk geen enkele vorm van nieuw of extra monetair beleid voorzien, los van een opkoopprogramma waarmee jaarlijks 80 biljoen yen (608 miljard euro) aan extra liquiditeit in de markt wordt gepompt.

De centrale bankiers volgden met de rentestap hun collega’s in Europa, die deze beslissing al eerder namen. De zet zorgde voor een verzwakking van de yen ten opzichte van andere valuta, en hogere aandelenkoersen. “De beslissing is erg goed voor aandelen”, benadrukte een marktanalist.

De toonaangevende Nikkei-index sloot uiteindelijk 2,8 procent hoger op 17.518,30 punten. De Kospi in Seoul ging 0,3 procent vooruit en de Hang Seng-index stond tussentijds 2 procent in de plus. De All Ordinaries in Australië dikte 0,6 procent aan. Ook de Chinese beurzen gingen omhoog.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl